Klik hier om terug te keren naar het overzicht
De 9 bakjes Methode
(of een maximale variatie in een minimale ruimte)
Het valt niet te ontkennen dat de meest opwindende guppen zowel wat kleuren als vormen betreft op dit ogenblik uit het verre Japan stammen. Frustrerend, zeker wanneer je bedenkt dat Japanners moeten woekeren met ruimte en al dat moois creeren in een minimum aan guppenbakjes. Hoe ze dat klaar spelen? Eigenlijk is het antwoord daarop al enkele decennia oud en kan men de basis daarvan terugvinden in een tekst die de befaamde guppenkweekster Midge Hill jaren geleden schreef. De truc Japonais uit de doeken gedaan. Deze methode beschrijft de mogelijkheid om 7 verschillende guppensoorten te kweken in de beperkte ruimte van 9 bakjes. Let wel, we hebben het hier nu niet over het houden van 7 zuivere guppenstammen. Met wat geluk en nog meer volharding eindig je met je eigen zuivere guppenstam. Maar in de eerste plaats is dit een creatieve techniek en een manier om te experimenteren zonder dat je extra veel aquaria moet inschakelen. |
![]() |
Vertrek van de beste basisWe hebben dus maar 9 guppenbakjes (van zo´n 45 á 50 liter) tot onze beschikking. De eerste stap is om een grondkleur te kiezen. Dan komt de meest belangrijke stap van het hele kweekprogramma, één die zal beslissen over het slagen of mislukken van ons opzet: de keuze van de zuivere guppenstam, van waaruit we alle varianten in onze 9 bakjes methode gaan kweken. Hierop mag je niet bezuinigen. Kijk rond bij verscheidene kwekers, probeer zoveel mogelijk te weten te komen van hun guppenstammen en kies dan voor de allerbeste, meest zuiver verervende stam in de gewenste grondkleur. Hopelijk eentje waarin ook een recessieve factor zit zoals blond, goud of albino. Dit wordt de BASIS stam. Koppel de nieuwe guppen meteen en wanneer de eerste worp er is, worden moeder en vader apart gezet in een ander bakje. Met de volgende worpen wordt niets meer gedaan, tenzij er met de eerste worp iets onherstelbaars zou gebeuren. Als de jonge guppen oud genoeg zijn, worden de mannetjes en de vrouwtjes gescheiden. Zorg dat dit TIJDIG gebeurt, want deze onbevruchte wijfjes vormen de ruggengraat van het hele programma. De varianten worden bijeengezochtTerwijl de basis visjes groeien in bak 1 en 2, kan je op zoek gaan naar andere variëteiten voor het kweekprogramma. Een beetje kennis van de genetica helpt je kiezen voor guppen met dominante kenmerken, die ook in elke volgende generatie tot uiting komen. Zo bevindt zich het gen voor de snakeskin- of filigraantekening op het Y-chromosoom en wordt bijgevolg rechtstreeks overgeërfd van vader op zoon. Sommige variaties op halfzwart en driekwart-zwart bevinden zich ook op het Y-chromosoom en zijn daardoor ideaal voor ons experiment. Als de basisstam het recessieve blond, goud of albino meedraagt hoeven wij voor dit kenmerk geen variant mannetje te zoeken. Wel kunnen we nog een andere kleurvariant introduceren, wat vaak resulteert in een multi-kleur effect. In ons experiment kiezen we voor een Filigraan gup, een Y-gebonden ¾ zwart en een goede gup van een andere kleur dan onze basisstam. En dan nu de grote tovertruc: met deze 3 mannetjes en de basisstam kunnen wij in slechts 9 bakjes niet minder dan 7 gupvarianten kweken, die elk hun eigen kenmerken zuiver overerven… en die na verloop van tijd kunnen uitgroeien tot nieuwe, zuivere guppenstammen. |
Het opzet: een overzicht |
||
|
Wijfjes van de eerste worp van de basisstam. | |
|
Mannetjes van de eerste worp van de basisstam. | |
|
Filigraan (het geselecteerde Filigraan mannetje met 3 maagdelijke grijze en 1 blond wijfje van Bak 1). | |
|
¾ zwart (het geselecteerde ¾ zwart mannetje met 3 maagdelijke grijze en 1 blond wijfje van Bak 1). | |
|
Blond: selecteer het meest belovende blonde mannetje uit Bak 2 en koppel dat aan 2 of 3 wijfjes van Bak 1 | |
|
Blond Filigraan (de eerste worp heeft de grijze grondkleur, maar draagt het blonde gen mee). Wanneer de blonde wijfjes uit Bak 3 klaar zijn om te bevallen, worden ze naar Bak 6 overgebracht | |
|
Blond ¾ zwart (de eerste worp bestaat eveneens uit basisgrijze hybriden). Wanneer de blonde wijfjes uit Bak 4 duidelijk zwanger zijn, worden ze in Bak 7 geplaatst om te bevallen | |
|
Multi: koppel een mannetje van een andere kleurvariant met 3 maagdelijke wijfjes van de basisstam uit Bak 1. | |
|
Bewaarbak voor volwassen mannetjes voor tentoonstellingen, om te verkopen of in geval van nood. |
Meedogenloos uitselecterenWanneer de wijfjes in aquaria 3 tot 8 zwanger zijn, worden de mannetjes eruit gevist en naar Bak 9 overgeplaatst. Wanneer de jonge guppen geboren zijn, worden de wijfjes verwijderd en “opgeruimd”. De jongen worden zo snel mogelijk op sekse gesorteerd en alle guppyvrouwtjes worden opgeruimd – behalve de blonde wijfjes van Bak 5, want die verhuizen naar Bak 1 als reserve voor de basisstam en om mee verder te kweken. Wanneer de jonge mannetjes beginnen uit te kleuren, worden ze meedogenloos uitgeselecteerd, d.w.z. alle mannetjes die niet aan het gewenste verwachtingspatroon beantwoorden worden opgeruimd. Als ze vervolgens verder opgroeien, wordt steeds verder geselecteerd tot alleen de allerbeste guppen overblijven. Dit uitselecteren moet consequent gebeuren, anders komt men niet met 9 bakjes toe. Terwijl de jonge mannetjes uitgroeien, kunnen wij ons opnieuw bezig houden met de basisstam die we verder moeten kweken en verbeteren. Omdat we daarmee minstens 3 maanden voorsprong hebben op de varianten, wordt nu het beste mannetje uit Bak 2 geselecteerd, terwijl op z´n minst de volgende 3 besten naar Bak 9 overgeplaatst worden als reserve. De rest wordt “opgeruimd”. Kies nu de beste 3 wijfjes uit Bak 1 en zet ze samen met het beste mannetje in Bak 2. Zodra de jongen geboren zijn, gaan we net zoals tevoren tewerk: verwijder de ouders, selecteer de jonge guppen op sekse, zet de maagdelijke vrouwtjes in Bak 1, verwijder alle wijfjes met grondkleur grijs uit Bak 1. Op dit tijdstip worden alle goede blonde wijfjes behouden, omdat zuiver blonde (dit is ook het geval met albino) wijfjes soms moeilijk tot niet bevrucht kunnen geraken en met dan vaak een nieuwe kweekpoging moet ondernemen met andere wijfjes. Laat je niet te snel ontmoedigenIn de loop van het kweekexperiment zal men ontdekken dat een aantal van de kruisingen niet compatibel zijn met de basisstam en dus ook geen goede guppen voortbrengen. In sommige gevallen kan dit overwonnen worden door het kweekprogramma nog enkele generaties te laten voortduren, terwijl men telkens terugkruist via de vrouwelijke lijn. In andere gevallen is het dan weer wenselijk om een van de varianten op te doeken en te vervangen door een andere. Voor wat de vissen uit Bak 5 betreft (blond), is het aangewezen om regelmatig een grijs wildkleurig wijfje in te kruisen, om de stam te versterken en de nadelige gevolgen van inteelt te voorkomen. De grijskleurige jongen van dergelijke inkruising zijn hybriden en geven in de volgende generatie opnieuw 50% blonde jongen. Maar dan veel krachtiger en levenslustiger. |