Klik hier om terug te keren naar het overzicht

Prachtguppen kweken: de eerste weken maken het verschil

De eerste levensmaand is de belangrijkste in het leven van een showgup. Of je nu hoopt op het grootbrengen van winnende wedstrijdvissen of dat je de guppen voor een ander doel kweekt. Alles wat je in die eerste 30 dagen doet, maakt het grote verschil.

Gecontroleerde voedselopname

Hoewel elke guppenkweker weer een andere methode heeft voor de invulling van deze kritieke periode, is men het er in het algemeen over eens dat de eerste weken voornamelijk gericht dienen te zijn op een snelle groei en ontwikkeling. Om grote en goed uitgegroeide guppen te verkrijgen, met lichamen die stevig genoeg zijn om de goed ontwikkelde vinnen te ondersteunen, moeten we de jonge guppen een maximum aan nutritieve ondersteuning geven gedurende de korte tijd die ligt tussen de geboorte en de seksuele rijpheid.

Door ervaring heeft men geleerd dat de ontwikkeling van de gup een bepaald patroon volgt. Gedurende de eerste maand gaat de opname van voedsel - en dus energie - direct naar de groei van het lichaam en de ontwikkeling van de spieren en de botstructuur. Naarmate het einde van die eerste maand nadert, gaat een deel van die energie naar de seksuele ontwikkeling. Na ongeveer zes weken gaat er nog meer energie naar de ontwikkeling van de seksuele activiteiten. Na zes weken beginnen ook de vinnen verder uit te groeien. Eerst de staart en ongeveer een maand later de rugvin. Hoewel de gup nog zal blijven groeien tot aan zijn dood, zal de groei van het lichaam steeds langzamer gaan verlopen. Dit verklaart waarom ervaren guppenkwekers zich vooral concentreren op die eerste maand en er in die periode voor zorgen, dat de opgenomen voedingsstoffen exclusief voor de groei en niet voor andere doeleinden worden gebruikt.

Aparte opgroeibakjes

Laten we eens terugkeren naar het kweekstel, dat we hebben samengesteld. Op een bepaald moment is de tijd aangebroken, dat het hoogzwangere wijfje haar kroost ter wereld zal brengen. Let erop dat de jongen de nodige bescherming krijgen en niet per ongeluk als bijkomende voedselbron dienen voor de moeder en haar gezelschap. Pasgeboren guppen groeien slecht als ze tussen de uitwerpselen en voedselresten van hun moeder moeten leven. Daarom moet het wijfje zo snel mogelijk - en zodra ze klaar is met bevallen, uiteraard - verwijderd worden uit het bakje waarin de jongen hun eerste dagen (weken) zullen doorbrengen.

Topkwekers houden ook precies bij welk wijfje welke jongen heeft geworpen. Als een nestje veel goede topvissen voortbrengt, weten ze direct welk guppenwijfje daarvoor verantwoordelijk is. Op die manier weten ze ook welke wijfjes minder goede vissen voortbrengen en dus verwijderd kunnen worden uit de stam.

Zodra de moeder verdwenen is, hebben de jonge vissen alle ruimte in het kweekbakje en kunnen ze vrij beschikken over de voeding die er gegeven wordt. De bedoeling van het kleinere kweekbakje is dat men de voedselopname van de jongen beter kan controleren. Bovendien zullen de jongen in hun eerste maand sneller groeien, als ze niet al hun energie hoeven te steken in het zoeken naar en jagen op voedsel. Deze energie kunnen ze veel beter besteden aan de groei.

Kale bakjes met hoekfilters maken het mogelijk om het voederen beter in de gaten te houden en het voedsel dat niet geconsumeerd is, kan gemakkelijk worden afgeheveld voordat het de kans krijgt om het water te vervuilen. Vooral niet opgegeten artemia vervallen snel, zodra ze in zoetwater terechtkomen. Kwekers gebruiken in de kweekbakjes vaak slakken of een ander soort afvalverwerkers, die de voedselresten van een intensieve voeding dadelijk opruimen.

Voeding: hoeveel en hoe vaak?

Pasgeboren guppen hebben een erg klein spijsverteringskanaal, dat eigenlijk om de 20 minuten opnieuw gevuld zou moeten worden om een maximale groei te verkrijgen. Dit is natuurlijk een voedingsschema dat maar door erg weinig mensen kan ingevuld worden. Het beste dat men daarom kan doen, is de juiste balans zien te vinden tussen ondervoeding, voldoende of teveel voederen. Het punt is om tijdens het voederen net zoveel te geven, dat er geen vervuiling ontstaat.

Het best werkbare systeem is om een schema te hanteren, waarbij elke twee uur gevoederd wordt, zodat men aan zo'n acht tot tien voederbeurten komt per dag. Ook dit kan teveel worden naast je andere dagelijkse bezigheden, maar dan hoef je toch nog niet meteen in paniek te raken. Want men kan uiteraard ook gebruik maken van levend voeder, voeding die niet erg snel bederft of voederautomaten. Zo is het reeds menig kweker gelukt om excellente showguppen te kweken op een voeding die uit veel minder bestond. Alleen moet je dan wat meer experimenteren om tot een systeem te komen dat jou en je guppen het beste ligt. Toch is een woord van voorzichtigheid hier op zijn plaats: zorg er altijd voor dat de vorige voeding volledig is geconsumeerd of dat de resten zijn afgeheveld, alvorens opnieuw te voederen.

Wat voeren en op welke manier?

Geforceerde voeding is de nieuwe toverterm in de guppenkweek. De truc van geforceerde voedingen is om de guppen net iets meer te laten eten dan dat ze honger hebben. Omdat we hier de grens naar dierenmishandeling zeer dicht naderen, zou ik deze methode graag willen nuanceren en diervriendelijker maken. Het belangrijkste is namelijk dat de guppen een dieet voorgeschoteld krijgen, dat ze voorziet van alle essentiële voedingsstoffen die ze nodig hebben voor de groei. Dit betekent onder andere het aanbieden van kwalitatief hoogwaardig voeder met een minimum aan onbruikbare stoffen, die toch alleen maar plaats innemen in het spijsverteringsstelsel en de hele passage meemaken zonder dat de vis er iets effectiefs aan heeft gehad.

Een goed uitgebalanceerd dieet zou er als volgt uit kunnen zien:

  1. droogvoer A (granulaat, vlokken of gevriesdroogd)
  2. levende artemia
  3. droogvoer B
  4. levend voer (microaaltjes, drosophila)
  5. gevriesdroogde tubifex of plankton (op maat van hun bekjes)
  6. speciaal droogvoer voor jonge vissen (meestal heeft dit een extra hoge voedingswaarde)
  7. levende artemia
  8. een voedzaam droogvoer, om de nacht mee door te komen.

Als nr. 8 de laatste voeding is, laat dan hierna het licht nog voor minstens een uur branden zodat de vissen alles kunnen opeten. Moest je nog twee extra voedingen kunt geven, herhaal dan enkele van de eerdergenoemde.

Omdat de artemia een laxerend effect hebben, geven vele kwekers vooraf een soort stoppend, (vast) voeder dat een remmend effect heeft, waardoor de artemia langer in het spijsverteringskanaal blijven en de vissen maximaal gebruik kunnen maken van hun voedingswaarde. Bij de volgende voeding zijn de vissen weer gereed voor een stevige hap.

Door voeding en goede smaken af te wisselen worden de vissen verleid tot maximale voedselbereidheid, terwijl ze tegelijkertijd het best mogelijke assortiment van de meest essentiële voedingsstoffen aangeboden krijgen.

Waarom die grote variëteit? Omdat er simpelweg geen product bestaat, waar alles in zit dat de jonge gup nodig heeft voor een uitgebalanceerde ontwikkeling. Het is belangrijk om weten dat het bijna onmogelijk is om een maximale groei van jonge guppen te verkrijgen, zonder gebruik te maken van verschillende soorten levend voer. Niettegenstaande verse (en verrijkte) artemia bijna universeel worden gebruikt door alle grote guppenkwekers, bevatten ze niet alle nodige voedingsstoffen, mineralen en vitamines. Daarom de aanvulling met levende tubifex (hoewel hiervan door veel kwekers het risico van vervuiling/besmetting te groot wordt gevonden), muggenlarven, witte wormen, azijnaaltjes, kleine krabbetjes en garnaalsoorten, microaaltjes, ontvleugelde fruitvliegjes, enz.

Waterverversingen

Guppenkwekers hebben ondervonden dat een regelmatige waterverversing een prikkelende werking heeft op de groei van de jonge gup. Met zoveel vis in een dergelijk klein volume water en met zo'n groot voedselaanbod, zijn waterverversingen noodzakelijk om de afvalstoffen en de gevormde ammoniak te verwijderen.

Tegelijkertijd worden met het verse water ook sporenelementen vervangen. Bovendien lijken de waterverversingen de jonge guppen extra kracht te geven en tevens de eetlust op te wekken. Sommige kwekers vervangen 25% van het water éénmaal per week, terwijl anderen er de voorkeur aan geven om kleinere hoeveelheden te wisselen (bijvoorbeeld 10 % dagelijks). Verversingen van meer dan 25 % in één keer kunnen stress veroorzaken. Idem wanneer de waterkwaliteit of de temperatuur van het verse water teveel afwijken van die in het aquarium.

In Singapore zijn er commerciële kwekers die dagelijks 100 % water verversen, maar die zijn dan weer gezegend met water dat van nature de juiste temperatuur heeft en dat niet behandeld is met chemicaliën.

Temperatuur

Temperatuur heeft ook invloed op de groei. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de stofwisseling van de vissen verloopt. Kwekers maken hiervan gebruik op verschillende manieren. Sommigen houden hun jonge vis erg warm (28°C), waardoor de guppen meer eten en sneller zullen groeien maar waardoor ze op latere leeftijd lusteloos kunnen worden. Een tweede groep houdt de temperatuur lager (21 à 22°C), waardoor de guppen zich minder snel ontwikkelen en daardoor ook een langere periode hebben om de voedingsstoffen op te nemen, die bestemd zijn voor de groei. Een derde groep probeert een goede omgeving te scheppen door de temperatuur constant rond de 24°C te houden.

Omdat alle drie de methoden topguppen hebben opgeleverd voor een tentoonstelling, kan je misschien zelf wat experimenteren om te bepalen welke temperatuur de beste is voor uw vissen tijdens de verschillende groeistadia. Zodra de guppen de volwassenheid hebben bereikt, plaatsen de meeste kwekers de vissen op een lagere temperatuur waardoor ze beter en langer op hun hoogtepunt blijven.

Verlichting

Verlichting heeft ook invloed op de groei. Het aantal uren waarop de verlichting aan is, bepaalt ook het aantal uren waarop de guppen actief voedsel tot zich nemen.

Sommigen laten de lichten 24 uur per dag branden. Anderen hebben het gevoel dat dit de groei uiteindelijk toch negatief beïnvloedt. Waarschijnlijk is het meest voor de hand liggende schema om de verlichting 12 tot 14 uur per dag aan te laten.

De lichtintensiteit blijkt geen grote invloed te hebben op de guppengroei. Wel heeft men de ervaring opgedaan dat te weinig licht een nadelige invloed kan hebben op de ontwikkeling van de ruggengraat.

Filters

Hier hoeven we niet uitgebreid op in te gaan: evenveel kwekers, evenveel filtersystemen. De hoofdzaak is dat de waterkwaliteit zo hoog mogelijk wordt gehouden.

Bodemfilters worden zelden gebruikt door guppenkwekers, omdat die meer belang hebben bij het schoonhouden en afhevelen van de bodem. Waarschijnlijk is het meest gebruikte filter het binnenfilter (ook bekend als hoekfilter) met filterwatten, filterspons en eventueel actieve kool. Voordeel van dit laatste is dat het water kristal helder blijft en vrij van die vervelende gele kleur. Vele buitenfilters volstaan evenzeer, maar vermits de meeste guppenkwekers het liefst met aparte kweekbakjes werken is dit meestal geen optie.

Selectie

Selectie begint op de eerste dag. Een kweker met het doel om buitengewone prachtguppen te kweken, houdt constant in de gaten of er geen inferieure visjes tussen zitten. In nestjes pasgeboren guppen zijn er altijd wel enkele die er wat donkerder uitzien dan de anderen en niet zo lekker zwemmen. Bijna nooit zullen zulke vissen zich goed ontwikkelen en ze moeten dan ook zo snel mogelijk verwijderd worden. De "buikschuivers" moeten ook verwijderd worden. Zulke vissen zullen zich nooit goed ontwikkelen en dienen daarom plaats te ruimen voor de anderen.

Zodra de sekse zich begint te ontwikkelen, zijn er altijd een aantal vissen dat lijkt achter te blijven in hun groeiproces en zich minder snel ontwikkelen dan de anderen. Zelden zijn dit de goede guppen en ze kunnen dus ook worden afgeschreven.

Desondanks kunnen er vissen tussen zitten, die achterblijven in de groei of in hun seksuele ontwikkeling. Dit omdat de ene gup de opgenomen energie gebruikt voor groei en de andere voor zijn seksuele ontwikkeling. Deze vissen moet u NIET verwijderen, omdat deze juist de grootste kunnen worden van allemaal omdat ze juist nu hun energie gebruiken voor een ander groeiproces.

Het belangrijkste is om gedurende de eerste maand de groei te stimuleren door een goed uitgebalanceerde voedingsmethode, gebruikmakend van kwalitatief hoogstaande voeders, frequente waterverversingen, hygiënische leefomstandigheden en met een gecontroleerde temperatuur. Gedurende deze hele periode zitten de jonge guppen het beste in kleine bakjes, waar ze niet teveel energie verspillen aan zoeken naar voedsel. De selectie van mindere vissen is een constant proces, waardoor meer waterruimte en voeder beschikbaar komt voor de opgroeiende echte prachtguppen.

 

Klik hier om terug te keren naar het overzicht