Beginnersgids voor guppykwekers

Inleiding

Welkom in de wereld van Prachtguppen. Het ligt niet in de bedoeling om hiermee een complete gids over de verzorging en de kweek van guppy’s te publiceren. We willen met deze brochure de beginnende kweker een flink stuk op weg helpen in de goede richting. Mocht je vragen hebben, dan kan je altijd contact nemen met de dichtstbijzijnde guppyclub of met een ervaren kweker. Je zult merken, wanneer je steeds verder gaat in deze attractieve hobby, dat er geen geheimen bestaan onder de "Guppymensen". Dus als je informatie nodig hebt, kan je altijd bij bevriende guppykwekers terecht.

Veel succes... en geniet van je hobby!

 

Proficiat!

Wanneer je deze brochure leest, wil je guppy's gaan kweken. Je mag ervan overtuigd zijn dat je een boeiende hobby gekozen hebt en dat je nog veel boeiende ervaringen gaat meemaken. Misschien heb je jezelf al wat verdiept in de grote variëteit aan gekleurde guppystammen, die er bestaan. En misschien heb je ook al een gereputeerde kweker gecontacteerd voor een kweekkoppel. Maak niet de fout die de meeste beginnelingen maken! Het is een feit, wanneer je bij een guppykweker komt, zie je daar talrijke mooie en kleurrijke guppystammen, die je allemaal wel graag zou willen houden. Maar het aantal guppystammen dat je echt goed kan houden, is echter beperkt door de hoeveelheid aquariumruimte die je hebt. Zoals hier verder wordt uitgelegd, kan je een stam houden in 8 tot 10 guppybakken. Neem dus niet meer stammen mee naar huis, dan je aankan. Want de ontgoocheling zal anders zeer groot zijn. Start met één goede stam. Doe daar ervaring mee op en probeer jezelf verder te ontwikkelen, maar bovenal: geniet van je guppy's. De meest geschikte visjes om mee te nemen, zijn jong en gezond van ongeveer 3 à 4 maanden oud. Vissen van die leeftijd laten zich beter transporteren en acclimatiseren gemakkelijker dan volwassen vissen. En wat meer is, je zult de vruchten kunnen plukken van het belangrijkste deel in hun kweekperiode, die tussen drie tot zeven maanden ligt. In de volgende hoofdstukken zullen we eerst je materiaal en installatie onder de loep nemen. Het is belangrijk dat je alles al klaarstaan hebt vóór de aankomst van je nieuwe vissen. Op het laatste moment nog alles snel in elkaar boksen leidt vaak tot ontgoochelingen en mislukkingen.

 

Aquaria

Beginners in deze hobby voelen zich vaak ontmoedigd als ze horen over kwekers met goed geëquipeerde guppykamers, voorzien van (laat ons zeggen) 200 aquaria. Je hebt een dergelijke uitgebreide installatie echt niet nodig om goede guppy’s te kweken. Naakte guppybakjes van 30 liter inhoud zijn zeer praktisch. Ook 15-liter-bakjes en aquaria van 60 liter inhoud zijn een goede keuze. Alles hangt af van de ruimte die je beschikbaar hebt. Zo zijn er bijvoorbeeld kwekers die 20-liter-bakjes gebruiken voor de opkweek van babyguppy’s; en 40-liter-bakjes als uitzwemmers voor hun showvissen. De kweektrio’s worden gehuisvest in 12- of 15-liter-bakjes. Belangrijk om weten is dat je – om succes te hebben bij je guppykweek – minimum 8 tot 10 bakjes nodig hebt per guppystam die je wil houden. Om het één en ander te kunnen verwezenlijken, zal je dus serieus moeten selecteren in je guppynakomelingen. Want vergeet niet… elk wijfje werpt 30 tot 50 babyguppy’s per maand. Moest je al die visjes willen behouden – en dat aantal vissen groeit exponentieel – kom je weldra niet meer toe met die 200 aquaria.

 

Filtering

Het best gebruik je filters die goedkoop zijn en gemakkelijk te reinigen. De twee types die populair zijn bij guppykwekers, zijn hoekfilters en sponsfilters. Hoekfilters kunnen gevuld worden met actieve houtskool en filterwatten (gebruik knikkers als extra gewicht om ze op de bodem te houden). Sponsfilters zijn het gemakkelijkst om te onderhouden en is de grote favoriet bij guppykwekers. Het is een simpele filter, gemaakt van een spons en een luchthevel. Het enige dat je moet doen om hem te reinigen, is de spons eenmaal per week uitwringen in warm water. De spons bevat miljoenen micro-organismen die het water helpen reinigen en zuiveren. Elk filtertype moet minstens om de veertien dagen gereinigd worden.

 

Luchtpomp

De hoeveelheid lucht die je nodig hebt, hangt af van het aantal aquaria in je kweekinstallatie. Een goede luchtpomp kan zonder problemen 10 tot 15 guppybakjes aan. De meest efficiënte manier om de luchttoevoer naar je bakjes te regelen is via een PVC pijp, met aftakkingen naar elk aquarium via flexibele luchtslangetjes. Een dergelijk systeem is gemakkelijk te installeren en je kunt daarbij een kleiner pomptype gebruiken dan wanneer je alle lucht direct via flexibele luchtslangetjes wil aanvoeren.

 

Verlichting

Als je veel aquaria hebt, gebruik je beter grote Tl-buizen aan het plafond, dan individuele verlichting boven elk aquarium in duurdere lichtkappen. De verlichting moet 10 tot 14 uren per dag branden. De verlichting moet ongeveer 1 uur branden vooraleer de eerste voedering gegeven wordt en nog 1 uur licht geven na de laatste voedering. Warmwit licht is de beste keuze, omdat bij dit licht ook officieel gekeurd wordt.

 

Water

Goed en proper water is het belangrijkste element om mooie grote guppy’s met lange, golvende vinnen te kweken (let op – want dit is de Amerikaanse standaard !). Bel je plaatselijke watermaatschappij om te weten of er chloramine (een combinatie van chloor en ammoniak) aan het water wordt toegevoegd. Als dat zo is, moet je het water behandelen want deze chemische verbinding is dodelijk voor tropische vissen. Als er chloramine in het water aanwezig is, is dat gemakkelijk te verwijderen. Gebruik een commercieel product dat sodiumthiosulfaat bevat en volg de gebruiksaanwijzing. Het product zal de chloor van de ammoniak scheiden en verwijderen, waardoor alleen de ammoniak overblijft. Er bestaan in de aquariumhandel producten om de ammoniak te verwijderen. Wordt er alleen chloor aan het kraantjeswater toegevoegd, dan kan je dat verwijderen door het water 24 uur in een vat te beluchten. In de aquariumhandel zijn ook testkits verkrijgbaar om het water op deze producten te testen. Hardheid en pH zijn niet zo kritiek, zolang ze geen plotse grote schommelingen vertonen. De hardheid in kraantjeswater kan variëren van 20-400 ppm (totale hardheid) afhankelijk van de plaats van waterwinning. Guppy’s voelen zich beter in het hogere bereik. Wat betreft de pH verdragen guppy’s waarden tussen 6,8 – 7,8 (7.0 is ideaal). Ammoniak, visdoder nr. 1, kan ook veroorzaakt worden door overbevolking, overvoedering, slechte watercondities of zuurstofgebrek. Vooral in pas opgestarte installaties kan ammoniak een probleem vormen. Omdat de “goede” (nitrificende) bacteriën die de ammoniak elimineren, 2 tot 3 weken nodig hebben om zich te ontwikkelen. Als je ammoniak in het water meet, doe dan een waterverversing met “oud” water – meestal volstaat 20 tot 30%. Maar zoals al geschreven, vermijd plotse grote schommelingen in pH en hardheid. Guppy’s passen zich goed aan aan een breed scala van waterkwaliteiten, zolang die veranderingen maar zeer geleidelijk gebeuren. Het is dus belangrijk om de vissen langzaam te acclimatiseren aan nieuwe wateromstandigheden om shock te vermijden. Doe je dat niet, dan kan daar dood of ziekte op volgen.

 

Waterverversing

Correct en veel water verversen bepaalt of je met slechte of goede showvissen eindigt. Ook het verwijderen van niet opgegeten voedsel en visuitwerpselen is een belangrijk aspect in de groeicyclus van je guppy’s. Afhevelen is dus de boodschap. Wekelijks 30 tot 40% water verversen is een noodzakelijk kwaad om succesvol guppy’s te kunnen kweken. Maar er zijn ook kwekers die dagelijks 10% verversen, omdat dit volgens hen minder stress bij de vissen teweeg zou brengen. Bij frequente waterversing groeien de vissen sneller en worden ze groter. Dagelijkse waterverversing vangt ook pieken en dalen op in de ammoniak- en pH-huishouding van het aquariumwater.

 

Temperatuur

Guppy’s houden van een watertemperatuur tussen 24 en 28°C, met 26°C als ideaal gemiddelde. Men kan de aquaria op temperatuur houden door gebruik te maken van individuele waterverwarmers of door middel van een centrale kamerverwarming. Het meest efficiënt en economisch is om de guppykamer zelf te verwarmen in plaats van elk bakje afzonderlijk. Individuele verwarmers zijn het duurst zowel in aankoop als in verbruik. Uiteraard speelt hierbij ook het aantal aquaria een grote rol in de totale kostprijs.

 

Bij aankomst

Het eerste wat je moet doen als je met je vissen thuiskomt, is het kersverse kweektrio in een quarantainebakje overbrengen samen met het water, waarin ze vervoerd werden. Dan voeg je elke 20 minuten een beetje water toe van het aquarium waarin ze gehuisvest gaan worden. Wanneer het quarantainebakje voor ¾ gevuld is, verwijder je ongeveer de helft van het water en vervang je het door water uit het toekomstige guppyaquarium. Doe dit 2 tot 3 keer, gespreid over een uur. Wanneer dit gebeurd is, kan je de vissen in hun permanente kweekbak overbrengen. Wees niet ongerust als de vissen in het begin wat angstig reageren of zich schuilhouden. Wanneer de vissen echt paniekerig doen, voed je ze beter niet gedurende de eerste 24 tot 48 uren. Wanneer de vissen niet lijken te eten geef dan geen extra voeding, want dit zal het water veel te snel vervuilen. Dit soort guppygedrag is heel normaal en het kan tot soms een week duren vooraleer de vissen lustig rondzwemmen en zich gedragen als guppy’s zouden moeten doen. Denk eraan: geduld hebben is de boodschap… de eerste 3 à 4 dagen zijn een kritieke periode in de aanpassingsfase van je vissen aan hun nieuwe onderkomen.

 

Het eerste nest

Na ongeveer 4 tot 6 weken begint de “fun”. Tegen dan zijn je guppyvrouwtjes dik en rond en klaar om hun eerste jongen te werpen. Het is beter om op dit tijdstip de zwangere vrouwtjes over te brengen naar een eigen bakje. Je kunt met wat drijfplanten of kunststof vezels een veilige schuilplaats creëren voor de pasgeborenen. Veel kwekers houden de jonge gupjes gedurende de eerste weken in dit kleine bakje. Het voordeel hiervan is, dat het voedselaanbod veel beter geconcentreerd is in een kleinere ruimte, zodat de jongen constant omringd zijn door voedsel in plaats van ernaar op zoek te moeten gaan. Denk eraan om het zwangere wijfje goed gevoed te houden gedurende deze periode, want dit vermindert de kans op kannibalisme. Nadat de jongen geboren zijn, haal je best het wijfje weer weg en zet je haar terug bij het mannetje.

 

Je guppy’s voederen

Geboorte – 6 weken:

Babyguppy’s zouden een vast dieet van pasgekipte artemianaupliën moeten hebben (kweekinstructies hiervoor vind je in het volgende hoofdstuk). Het is ook een goed idee om een eetlepel zout (zonder jodium) per 20 liter water toe te voegen. Dit fungeert als een soort tonicum voor de jonge visjes en doet ook de artemia langer leven. Na de eerste twee dagen kan je hun dieet met wat droogvoer uitbreiden. Elk vlokkenvoer van goede kwaliteit is hiervoor geschikt en moet zo fijn gemalen worden als maar kan. Je kan dit bijvoorbeeld doen, door de vlokken in een plastic zakje fijn te knijpen. Maar er zijn ook voldoende poedervormige babyvisvoeders in de handel waaruit je kan kiezen.

6 weken – volwassen:

De juiste voeding en een uitgebalanceerd dieet is één van de sleutels tot succes in de prachtguppenkweek. Wanneer je armzalig voedert, krijg je ook armzalige vissen en zal je er nooit in slagen om goede showvissen groot te brengen. Een uitgebalanceerd dieet moet aan je vissen aangeboden worden, ten einde aan alle behoeften van je vissen te kunnen beantwoorden. De belangrijkste periode hierin zijn de eerste drie maanden in een guppyleven. Ondoordachte voedering in deze periode zal een grote invloed hebben op de groei van je vissen. Voeder spaarzaam, maar dikwijls. En dat zo’n 6 tot 8 maal per dag. Een goede afwisseling van levend en droogvoeder om alle essentiële voedingselementen aan je guppy’s te kunnen aanbieden. Vlees, vis, groenten en granen zorgen voor genoeg juiste vitamines, mineralen en een hoog proteïnegehalte voor een compleet en uitgebalanceerd dieet. Koop goede visvoeders en kijk minder op de prijs. Voeders die vis, garnalen en vlees bevatten zijn een goede bron van proteïnen. Spirulina, algen en spinazie geven je lievelingsvissen de nodige plantaardige proteïnen. Twee van de belangrijkste voedersoorten voor guppykwekers zijn artemia-naupliën en microwormpjes. Het standaard voedingsprogramma bestaat uit artemia-naupliën als eerste maaltijd, een verscheidenheid aan droogvoeders in de loop van de dag en een laatste maaltijd artemia-naupliën of microwormpjes voor het slapengaan.

Artemia eieren uitbroeden:

Dit kan op twee manieren gebeuren. Je kan je de eitjes laten uitkomen in glazen potten of kleine plastic bakjes (van ongeveer 3 liter inhoud) of in plastic 2-liter-fles (type petfles) waarvan de bodem werd afgesneden. Op beide manieren gaat het even goed… je keuze hangt af van het aantal vissen dat je moet voederen. Om de eitjes te laten uitkomen, volg je gewoon de instructies die op het etiket staan – maar experimenteer zelf ook eens met de hoeveelheid zout of eitjes die je gebruikt. Een methode die altijd werkt, is 1 koffielepel artemia-eitjes in een oplossing van 2 koffielepels zout (zonder jodium) en 2 liter water. De vloeistof wordt nu sterk belucht en op 27°C gehouden. 24 tot 36 uren later zijn de artemia-eitjes uitgebroed. Gebruik geen luchtsteentje, want de kleine luchtbelletjes zullen de eitjes uit het water werpen, waarna zij aan de zijkant van de fles zullen kleven en uitdrogen. Zijn de eitjes uitgekomen, sluit dan de beluchting af en wacht ongeveer 15 minuten, zodat de eierschalen naar boven kunnen drijven terwijl de naupliën op de bodem samenkomen. Een licht op de bodem laten schijnen verzekert je ervan dat alle naupliën daar zullen samenscholen. Gebruik een plastic buisje, aangesloten op een luchtslangetje, dat bijna tot op de bodem reikt. Vervolgens hevel je voorzichtig de artemia-naupliën in een netje of zeefje. Spoelen onder de kraan en klaar om aan je vissen te geven.

Microwormpjes:

Dit is een ander ideaal guppyvoedsel, maar je moet je eerst een kweekaanzet via een bevriend aquariaan of via een internetshop aanschaffen. Ze zijn gemakkelijk te kweken in een mengeling van gekookte haver en wat bakkersgist. Je start met een pastic doos (lege ijsdoos bijvoorbeeld) met een dikke laag havermout. Kruimel wat bakkersgist over de haverlaag. Dan breng je wat wormpjes in de mengeling en enkele dagen later beginnen de wormpjes tegen de wand op te kruipen. Een spatel (ik gebruik daarvoor een penseel) is handig om de wormpjes van de wand te schrapen en aan je vissen te voeren. Denk eraan dat je elke twee à drie weken een nieuwe kweek opzet (of eerder als je kweek bederft en begint te ruiken), je gebruikt daarvoor wat wormpjes uit de oude kweekcultuur.

Oppassen voor overbevoedering:

Voorzie in je voederschema vele kleine maaltijden per dag (twee daarvan moeten levend of vriesvoeder zijn). Overvoeder niet en zorg ervoor dat er op de bodem geen onopgegeten voeder blijft liggen. Vele kwekers gebruiken kleine meervallen (Corydoras, Ancistrus…) op dat onopgegeten voedsel te verwijderen. Sommigen geloven dat die meervallen babyguppen eten. Schrijver van deze brochure heeft dat gedrag nog nooit waargenomen. Maar mocht er bij jou onzekerheid daarover bestaan, wacht dan tot de jongen enkele weken oud zijn vooraleer je ze in een bakje met meervallen overzet. Uiteindelijk wordt alle moeite die je doet, met cash beloond!

 

Kweekstellen en showvissen selecteren

Wanneer je jezelf een kweektrio aanschaft (hetzij kopen, hetzij krijgen bij een gereputeerde guppykweker), kan je dadelijk 2 parallelle kweeklijnen beginnen. Houd de jonge guppy’s van elk wijfje gescheiden. Deze jongen zijn halfbroers en halfzussen van mekaar. Na enkele generaties zal er echter zoveel verschil tussen deze 2 lijnen zijn, dat je van de ene naar de andere lijn kunt inkruisen om je stam sterk en gezond te houden. Elke guppykweker moet leren de juiste vissen te selecteren om mee verder te kweken en goede guppy’s voort te brengen. Alle vissen samen laten zitten en ze op goed geluk laten verder kweken, leidt heel snel tot degeneratie en achteruitgang van de stamkwaliteiten. Dit komt doordat de kleinere, meer actieve mannetjes het eerst erin slagen om de wijfjes te bevruchten. Tussen 3 tot 6 weken is de periode waarin de mannetjes van de wijfjes dienen gescheiden te worden. Op die leeftijd herken je de vrouwtjes aan de donkere (zwangerschaps)vlek vlak boven de aarsvin. Moest je dat nog niet gedaan hebben, verwijder dan tegelijkertijd alle misvormde en zwakke gupjes. Nog iets: houd niet meer dan 10 tot 20 jonge vissen in een 40-liter-bakje. Op de leeftijd van twee maanden zou in je uitzwemmers niet meer dan 1 vis per 4 liter water mogen rondzwemmen tot de maximale groei is bereikt. Om die maximale groei te kunnen bereiken dien je natuurlijk ook een evenwichtig voederprogramma aan te houden en altijd je waterkwaliteit optimaal te verzorgen. De leeftijd om je kweekvissen te selecteren hangt af van de maturiteit van de guppystam waarmee je kweekt. Sommige stammen groeien sneller dan andere. Bijvoorbeeld rode, groene en blauwe guppen (opgelet: dit zijn Amerikaanse standaards en niet te vergelijken met onze Europese) groeien sneller en kunnen al uitgeselecteerd worden op de leeftijd van 3 maanden. Langs de andere kant hebben albino’s, gele en pastelkleurige guppy’s een groeiperiode van 4 tot 5 maanden nodig vooraleer je ze voor de kweek kunt inzetten, want zij groeien veel langzamer uit.

Selecteren is gemakkelijk als je “je stam kent”. Er gelden 4 basisregels om mannetjes te selecteren (dit is ook weer naar Amerikaanse normen en standaards, dus opgepast):

  1. Kies de grootste vis van de worp. Verzeker je ervan dat je kweekmannetje een korte en stevige staartsteel heeft om de grote staartvin te kunnen “dragen”.
  2. Kijk uit naar een wijde, driehoekige staartvinvorm. Op deze leeftijd begint ook de rugvin langer te worden, kies het mannetje dat een parallellogramvormige rugvin met afgeronde hoeken vertoont.
  3. Staart- en rugvin moeten overeenstemmen in kleuren en kleurpatroon.
  4. Elimineer alle guppy’s met een kromme ruggengraat, vlakke kop, een inzinking boven de ogen en vissen die geen intense kleuren vertonen. Door de mindere vissen bij elke selectiestap direct uit je kweekinstallatie te verwijderen, eindig je tenslotte met nog uitsluitend goede kweek- en showvissen.

Denk eraan… geen overbevolking… 1 guppy per 4 liter.

 

Wijfjes selecteer je voor de kweek het best op een leeftijd van 2 tot 4 maanden (6 tot 8 weken). Om kweekwijfjes te selecteren ga je uit van volgende 3 basisregels:

  1. Kies de grootste vis van de worp met de dikste staartsteel. Wijfjes van dit type werpen de beste showmannetjes.
  2. Kijk uit naar de meest brede en wijde staartvin die overeenstemt met de rugvin.
  3. Als een wijfje de gewenste kleur vertoont, gebruik haar dan om mee verder te kweken.

 

Selecteer de 2 beste wijfjes en het beste mannetje en zet ze in een kweekbakje van 10 tot 20 liter inhoud. Sommige kwekers prefereren een kweekgroepje van meerdere mannetjes en wijfjes. Door slechts 1 mannetje te gebruiken krijg je de kans om te zien welke karakteristieken van het mannetje worden doorgegeven aan zijn zonen. Mochten de wijfjes niet zwanger zijn na 2 maanden, zet dan een extra mannetje (de beste broer) bij het kweektrio. Kleinere kweekbakjes zijn handiger omdat de mannetjes de wijfjes minder lang hoeven na te jagen om ze te kunnen bevruchten.

 

Een zuivere guppystam kweken

De beste raad die wij je kunnen geven is om je de beste guppy’s aan te schaffen, die je kunt krijgen. Bezorg jezelf een kweektrio uit en zuiver vererfbare stam, waar je in het begin niet veel werk aan hebt. Je kan dergelijke guppy’s vinden bij gereputeerde guppykwekers bij de IFGA (en natuurlijk ook bij onze guppyclub – eventueel via bevriende guppyclubs in Duitsland, Denemarken, Zweden en Oostenrijk). Vermijd winkelguppen! Zij zijn nutteloos en een verspilling van geld en tijd. Guppy’s worden meestal verkocht of verder gegeven per trio = 1 mannetje en 2 wijfjes. Er worden bij de guppykweek 3 technieken gebruikt:

  1. INTEELT: er wordt gekweekt binnen directe bloedlijnen zoals broers met zussen, moeders met zonen, vaders met dochters, enz.
  2. LIJNTEELT: er worden in 2 afzonderlijke kweeklijnen gekweekt, afkomstig van het oorspronkelijke kweektrio (met eventuele terugkruising) of de kweek met verre bloedlijnen zoals met halfbroers en halfzussen, neven en nichten, enz.
  3. OUT-CROSSING: 2 verschillende zuiver vererfbare maar compatibele stammen worden met elkaar gekruist. Dit betekent bijvoorbeeld vissen met dezelfde kleur of patroon, die je bij verschillende kwekers hebt gehaald of aangekocht.

 

Kweekgegevens bijhouden

Eén van de allerbelangrijkste disciplines die je jezelf moet opleggen wanneer je met levende wezens wil bezig zijn, is het bijhouden van de kweekgegevens. Je moet kunnen terugvinden waar de vissen vandaan kwamen en hoe de stam evolueerde gedurende alle generaties in jouw guppyinstallatie. Nu de kweekgegevens bijhouden zal nuttig zijn voor de toekomstige generaties, die je verwacht. Deze gegevens bijhouden is eigenlijk simpel en helpt je om na te gaan hoe elke specifieke stam evolueerde. Van elke worp noteer je de geboortedatum, het aantal jongen, de verhouding mannetjes/wijfjes, hoeveel vissen je hebt moeten weg selecteren, enz. Op die manier kom je te weten welke vissen de guppy’s geven, die je wenst te kweken. Een accurate databank stelt je in staat om vele generaties terug te gaan om te weten te komen welke stappen je generaties lang gedaan hebt om tot je resultaten te komen.

 

Guppyziekten

Wanneer je ervoor zorgt dat de waterkwaliteit in je bakjes steeds optimaal is en je aquaria niet overbevolkt zijn, moet je niet vrezen voor guppyziekten. De meest voorkomende kwalen en hun behandeling vind je in onderstaande hoofdstukjes terug.

Witte stip:

Ichthyopthirius kan veroorzaakt worden door stress, maar ook door plotselinge temperatuurschommelingen. Witte stip is een parasiet, lijkend op een zoutkorreltje, die zich voedt met celweefsel van de vis en zo irritatie veroorzaakt. De parasiet verspreidt zich door de huid en de vinnen en kan zelfs tot de dood leiden als de ziekte niet behandeld wordt. De volwassen parasiet en ook de eieren ervan kunnen niet gedood worden. Alleen tijdens het vrij zwemmende stadium, nadat het “vlekje” van de vis afvalt en de eieren uitkomen, kan de parasiet aangepakt worden. Dit hele proces neemt 1 tot 4 dagen in beslag. Daarom dient de behandeling minstens 5 dagen, nadat de vlekjes verdwenen zijn, nog voortgezet te worden. Voeg 1 à 2 druppels formaline of kopersulfaat aan het aquariumwater toe en verhoog de temperatuur tot 28°C (wees voorzichtig met het gebruik van Formaline omdat het product kanker kan veroorzaken).

Peperstip:

Oödinium is vergelijkbaar met witte stip, maar de parasieten zijn veel kleiner en goudkleurig. Net zoals witte stip kan deze ziekte dodelijk zijn als ze niet behandeld wordt. De behandeling is dezelfde als voor witte stip.

Vinrot:

Dit is de grootste doodsoorzaak bij geïmporteerde guppy’s. De ziekte vreet de vinnen in een mum van tijd weg, tot de dood erop volgt. Staartvinnen worden grauw en vallen eventueel af, als de ziekte onbehandeld blijft. Mike Tapia, een guppykweker uit Miami, ontwikkelde een effectieve manier om deze ziekte te bestrijden. Zijn methode bestaat uit een combinatie van formaline (1-2 druppels), sulfamide (1 capsule per 40 liter) en zout (een handvol per 40 liter). In deze oplossing wordt de vis gedurende minstens één week behandeld, met 10% waterverversing per dag. Denk er wel aan om de medicatie dagelijks te vervangen. Antibacteriële middelen, zoals nitrofurazone en tetracycline werken eveneens; in dit geval wordt de vis gedurende 7 dagen behandeld.

Schimmelinfectie:

De vissenhuid wordt grauw, met witte vlekken op het lichaam of de vinnen. Ook deze ziekte kan de guppy doden, indien ze onbehandeld blijft. Medicatie: gedurende 7 dagen wordt de vis behandeld met 250 mg nitrofurazone per 40 liter water. Elk ander antibacterieel middel kan eveneens ingezet worden om de ziekte te bestrijden.

 

Zoals je merkt, heb je geen uitpuilend medicijnkastje nodig om de meest voorkomende guppyziekten te behandelen. Met formaline, sulfamide, nitrofurazone, tetracycline en zout in je vissenkamer sta je paraat om al deze exotische ziekten te lijf te gaan.

 

En tot slot

We hopen dat deze beginnersgids jou geholpen heeft bij je eerste stappen in deze fijne hobby. Het is in jouw voordeel om bij een club aan te sluiten en te profiteren van de ervaring van andere guppykwekers. Je zult merken dat communicatie over en weer met andere guppyenthousiastelingen het een nog boeiender en dankbaarder hobby wordt.

 

Vertaling en publicatie met schriftelijk akkoord van de IFGA